Terugblik themabijeenkomst bedrijfsongevallen

Bedrijfsongevallen komen in Nederland, ondanks de adequate risico-inventarisatie en preventie, nog geregeld voor. Tijdens de themabijeenkomst op 26 maart delen verschillende experts hun ervaringen.
Terugblik themabijeenkomst bedrijfsongevallen

Stefan van Zutphen, traumachirurg bij het ETZ, opent de themabijeenkomst. Sara van Ameijden, arts-onderzoeker bij NAZB, presenteert als eerste spreker statistieken over bedrijfsongevallen. Ze benadrukt dat beroepskenmerken van belang zijn om het risico op bedrijfsongevallen te bepalen. “Mensen met onregelmatige werktijden, die in een lawaaierige omgeving werken of veel te maken hebben met gevaarlijke stoffen, lopen een hoger risico.” De meeste bedrijfsongevallen komen dan ook voor in de bouw, transport of agrarische sector. Meer cijfers zijn terug te vinden in de factsheet Bedrijfsongevallen.

 

Casus 1; val van grote hoogte

Dick van Kaam, ambulanceverpleegkundige en rapid responder bij RAV Brabant Midden-West-Noord, licht de eerste opvang toe van casuïstiekbespreking 1. De meldkamer ontvangt een melding van een bedrijfsongeval in de Makro in Breda. Op locatie treft Dick een 40-jarige man op de grond met een bebloed T-shirt die tekenen van shock vertoont. Dick: “Een Poolse arbeider is van drie meter hoogte van een ladder gevallen en met zijn buik in de punt van een ijzeren stellage terechtgekomen.'' Het resultaat was een penetrerende wond, met een omtrek van vijf centimeter. ''De diepte was voor ons onbekend. De meneer leek alert en kalm, maar zijn situatie was toch niet helemaal stabiel. Dat veroorzaakte bij ons enige twijfel of we hem naar een level 2-ziekenhuis in de buurt moesten brengen, of dat we voor een level 1 iets verder weg zouden gaan. Uiteindelijk hebben we gekozen voor een level 1-ziekenhuis, achteraf het juiste besluit.''

 

“Zo kwam deze meneer bij ons in het ETZ terecht”, vertelt Rutger Welling, ANIOS Chirurgie. “We begrepen van de ambulance dat meneer niet helemaal stabiel was en dat het om een penetrerende wond ging. Reden genoeg om groot sein uit te zetten.” In de traumakamer wordt besloten tot een spoedoperatie. Na de operatie lijkt het goed te gaan, maar enkele dagen later krijgt de patiënt weer veel pijn. In totaal lag de patiënt zestien dagen in het ETZ, waarna de patiënt is verplaatst naar het Erasmus MC. Na 56 dagen is meneer ontslagen uit het ziekenhuis.

 

Casus 2; amputatie

Florus Huijink, verpleegkundig specialist ambulancezorg bij RAV Brabant Midden-West-Noord, licht de eerste opvang van de tweede casus toe. Begin februari krijgt Florus een melding door van een amputatie van een onderarm bij een agrarisch bedrijf. Een 27-jarige Poolse man is zijn arm verloren aan een freesmachine. Florus: “De werknemers waren in paniek. De BHV'er van het bedrijf had met zijn broeksriem al een tourniquet aangelegd, daarmee was de meest kritieke bloeding gestopt. Mijn prioriteit was nu pijnbestrijding.”

 

Terwijl Florus wacht op zijn collega's die de patiënt kunnen vervoeren, maakt hij een plan in zijn hoofd. “Bij mij speelde de vraag: waar is die arm? Die moeten we zoeken. Wacht ik tot deze gevonden is of moet meneer meteen naar het ziekenhuis vervoerd worden? Uiteindelijk zijn we voor dat tweede gegaan.” Zo vervoerden de collega's van Florus de patiënt naar het ziekenhuis, en ging Florus in het bedrijf op zoek naar de arm, die uiteindelijk gevonden werd en naar het ziekenhuis gebracht.

 

Gigi Vos, AIOS-chirurgie bij het ETZ, was betrokken bij de traumamelding. ”We gingen meteen aan de slag volgens de (c)ABCDE-methode. De meest kritieke bloeding was al gestopt. Toen de arm even later aankwam, bleek deze nog vol met ijzerdeeltjes van de freesmachine. Omdat de arm binnen korte tijd alweer naast de patiënt lag, hadden we hoop.”

 

Plastische chirurgie na een bedrijfsongeval

Na de eerste reddende handelingen gaat de patiënt van het traumateam naar de plastisch chirurg. In dit geval Martine van Dijk van het ETZ. “Er zat ontzettend veel ijzer in de arm, maar omdat de arm zo snel weer terug was, zagen we kansen.” Het replanteren van de arm is een zeer specialistische operatie. Daarom is de patiënt voor de operatie verplaatst naar het Erasmus MC. De patiënt verloor zijn arm na één week alsnog als gevolg van weefselnecrose.

 

Martine geeft de zorgprofessionals tot slot enkele tips om een amputatie tot een zo goed mogelijk eind te brengen. ''Neem alles mee. We kunnen vaak veel meer dan je denkt. Verpak het lichaamsdeel in vochtig gaas of een handdoek. Koel het weefsel, maar laat het niet bevriezen. Dan ontstaat er frostbite en wordt replantatie erg moeilijk.''

 

Revalidatie na een bedrijfsongeval

Göran Zemack, revalidatiearts in het ETZ, is de laatste spreker van de avond en geeft meer informatie over het revalidatietraject na een bedrijfsongeval. “De patiënt uit de tweede casus is naar een revalidatiecentrum gegaan. Hier leert hij om eenhandig dagelijkse taken uit te voeren, zoals zichzelf wassen en aankleden.” Naast het fysieke aspect, viel het psychische aspect voor deze patiënt erg zwaar.

 

"Het is een jongeman in de bloei van zijn leven. Een amputatie valt dan zwaar.” Göran benadrukt hoe belangrijk het verwerken van zo'n trauma is bij de revalidatie. ''Een revalidatiearts helpt ook bij het revalideren van het mentale trauma. We zijn er voor iedere stap in de revalidatie. Revalidatie begint al in het ziekenhuis, niet in pas in het revalidatiecentrum.'' Met die take home message sluit de revalidatiearts de avond af.