Voorbereid op extreem geweld?

Zijn hulpverleners en zorginstellingen in Brabant voldoende voorbereid op extreem geweld?
Voorbereid op extreem geweld?

Daarover ging de jaarlijkse themabijeenkomst crisisbeheersing & OTO, die NAZB op donderdag 20 juni hield.

 

Dreigingsbeeld

Jihadistisch terrorisme is een van de meest actuele dreigingen in Nederland, aldus de spreker van de AIVD. Om een dreigingsbeeld vast te stellen, houdt de AIVD rekening met diverse factoren. De belangrijkste zijn de intentie om een aanslag te plegen en de vraag of deze mensen daarvoor de capaciteit en middelen hebben. Is de gezondheidssector daadwerkelijk een doelwit voor extreem geweld? “Niet meer of minder dan een andere willekeurige publieke ruimte”, aldus de AIVD.

 

Volgens Harold Veen, voormalig lead surgeon ICRC en WHO Consultant, zijn medische instellingen wel degelijk een target voor extreem geweld. Als zich een terroristische aanslag voordoet, is Brabant dan daarop voorbereid? Mark van den Baar, militair chirurg in het MMC, denkt dat ondanks alle getroffen voorbereidingen van zorginstellingen, er nog ruimte is voor verbetering. Leren van oefeningen en conclusies verbinden aan knelpunten staan hierbij centraal.

 

Wetgeving

Wilma Duijst, bijzonder hoogleraar forensische geneeskunde en gezondheidsstrafrecht, ging in op wat de wetgeving aangeeft over optreden tijdens extreem geweld door zorgverleners en beveiligers. Daarbinnen speelt een aantal belangen: de veiligheid van hulpverleners en bevolking, voorkomen van nieuwe aanslagen, beperken van de gevolgen van een incident, informeren bevolking en identificeren van (dodelijke) slachtoffers. Mogen hulpverleners zich bijvoorbeeld op hun burgerplicht (morele verplichting om medeburgers te helpen in noodsituaties, red.) beroepen om het beroepsgeheim te schenden? Daarin is Wilma glashelder: “Nee, je plichten als hulpverlener staan boven het burgerplicht.” Er zijn echter uitzonderingen: wettelijke plicht, toestemming van patiënt en conflict van plichten. Is dat laatste het geval, dan moet de politie informatie geven. Zo wordt ingeschat of de veiligheid in het geding is.

 

Harold legde daarnaast nog een ethisch dilemma voor; moeten slachtoffers eerst worden behandeld, en daarna pas de daders? Dat is niet het geval: “Medici zijn medici en geen rechters, we behandelen de meest ernstig getroffenen eerst.”

 

Zorgen over terrorisme

Uit onderzoek van de Risico- en Crisisbarometer blijkt dat burgers zich het meest zorgen maken over terrorisme. Pascal Kastelijn, adviseur risico- en crisisbeheersing bij de GHOR, licht dat toe: “Om als regio voorbereid te zijn op de gevolgbestrijding van een terreuraanslag of extreem geweld, is het programma terrorismegevolgbestrijding & extreem geweld opgezet. Gevolgbestrijding wil zeggen dat we bekijken hoe wij als netwerk reageren op een terroristisch incident: welke afspraken kunnen we maken om volgende aanslagen te voorkomen? Daarnaast zijn in Brabant Incident Response Teams gestart. Deze teams zijn getraind om te handelen bij onder andere infectieziektes en incidenten met gevaarlijke stoffen.”

 

Workshops

Tijdens het middagprogramma kozen deelnemers uit vijf workshops. Zo sprak Simon Visser over het Special Operations Response Team van de RAV in Amsterdam en hoe zij handelen in risicovolgebieden. Juul Gouweloos ging in op de psychosociale nazorg voor hulpverleners bij ernstige gebeurtenissen. Frank Sturmans besprak de effecten van Chemische-, Biologische-, Radiologische-, Nucleaire- middelen en Explosieven (CBRN-e) en hoe hierbij te handelen. Teun van Egmond gaf een indrukwekkende workshop over de effecten en behandeling van slachtoffers met schot-, blast-, brand en scherfwonden in oorlogsgebieden. Luc Bije vertelde tot slot over het borgen van zorgcontinuïteit en de rol van de organisatie en zorgverleners.

 

Verschuiving

De conclusie van de themabijeenkomst? Nederland is gelukkig nog niet getroffen door grootschalige incidenten. Wel is er binnen de zorgsector ruimte voor verbetering. Ook vindt er een verschuiving plaats van klassieke terreurdaden naar meer CBRN-e aanslagen. Daarop moeten we dan ook goed voorbereid zijn. Daarnaast blijft agressie naar hulpverleners een probleem. Actieve planvorming, geleerde lessen van eerdere incidenten met elkaar delen en nazorg bij aanslagen blijken van groot belang. Incidenten van extreem geweld hebben immers een grote impact op mensen.

 

Presentaties