Verslag themabijeenkomst vrouwenhart

De behandelaanpak van hartaandoeningen bij vrouwen is wezenlijk anders dan bij mannen. Tijdens de themabijeenkomst ‘Vrouwenhart’ op donderdag 13 april hielden diverse experts een pleidooi voor meer bekendheid rondom dit thema.
Verslag themabijeenkomst vrouwenhart

Casus

Dagvoorzitters van de thema-avond zijn Martijn Meuwissen (interventiecardioloog Amphia) en Birgitte Evers-Roeten (kaderhuisarts hart- en vaatziekten).

 

De avond start met het doorspreken van een casus. Rosetta Galotta (verpleegkundig specialist RAV Brabant Midden-West-Noord) geeft een korte uiteenzetting van hoe de eerste opvang verloopt van een 49-jarige vrouw die op treinstation Breda gereanimeerd moet worden vanwege een hartinfarct.

 

Noëmi Wouters (cardioloog Amphia) licht toe welke vervolgstappen in het ziekenhuis worden genomen. Na diverse onderzoeken en een aantal dagen opname op de afdeling Hartbewaking, wordt patiënte ontslagen uit het ziekenhuis. Een paar dagen later komt ze echter terug met opnieuw pijn op de borst. Na een hartkatheterisatie is bij patiënte een stent geplaatst en zijn, mede dankzij bloeddrukverlagende medicijnen, de klachten verholpen.

 

Ander type hartinfarct

Angela Maas (hoogleraar cardiologie voor vrouwen en expert op het gebied van hartziekten bij vrouwen in Radboudumc) gaat nader in op het ziektebeeld van de vrouw uit de casus: een Spontaneous Coronary Artery Dissection (SCAD). SCAD is een scheur in de wand van de kransslagaders. Daardoor ontstaat er een stolsel in de vaatwand waardoor het bloedvat vernauwd raakt en een hartinfarct veroorzaakt. De ziekte wordt hoofdzakelijk gesteld bij jonge vrouwen. “Een SCAD komt veel vaker voor dan we denken”, aldus Maas. De behandeling bij dit ziektebeeld verschilt van elk ander type hartinfarct. Het plaatsen van stents bijvoorbeeld is lang niet altijd wenselijk. Maas beargumenteert waarom het van belang is factoren als hoge bloeddruk, migraine, zwangerschap, stressklachten en mentale gezondheid in ogenschouw te nemen als een vrouw zich meldt met hartproblemen. Die kunnen risicofactoren zijn voor een SCAD en dus bepalend worden voor een vervolgbehandeling.

 

Neem klachten serieus

Jan Piek (hoogleraar klinische cardiologie in Amsterdam UMC) gaat in op het stellen van een diagnose bij een specifieke vorm van acute hartziekten die vaker voorkomt bij vrouwen: INOCA. INOCA betekent: Ischemia and No Obstructive Coronary Artery Disease (verminderde bloedvoorziening zonder verstopping in het bloedvat).

 

Het is een veel omvangrijker ziektebeeld dan altijd werd gedacht. Zowel vaatdynamiek in de grote alsook in de kleine vaten spelen hierbij een rol. De ontwikkeling van aderverkalking verloopt bij vrouwen anders dan bij mannen. Vaak hebben deze vrouwen al jarenlang last van bepaalde klachten, maar voelen zij zich niet serieus genomen als ze zich melden bij hun zorgverlener. Piek benadrukt: “Luister naar de patiënt, zij weet echt wel wat ze voelt in haar lijf. Blijf alert op risicofactoren als hoge stress en hypertensie.”

 

Genderspecifieke behandeling

Laatste spreker van de thema-avond is Jos Widdershoven (hoogleraar integrative cardiology). Hij gaat verder in op de behandeling van hartaandoeningen. Een belangrijke stap in het zorgtraject is hartrevalidatie. Daarin leren patiënten met een hartaandoening hoe ze hun leven zo goed mogelijk kunnen inrichten. Er is aandacht voor voeding, beweging, op gewicht blijven, medicatie en omgaan met stress. Widdershoven ziet wezenlijke verschillen tussen de seksen.

 

“Hartrevalidatie is heel zinvol, maar het vergt een aanpak op maat. Waar mannen vaak al gebaat zijn met goede medicatie, geven vrouwen aan veel last te hebben van alle bijwerkingen.” Ook is het volgens de hoogleraar van belang extra aandacht te geven aan psychosociale factoren. “15 tot 20 procent van de hartpatiënten heeft een depressie, waarbij vrouwen twee keer zo vaak te maken krijgen met depressieve klachten, vaak in een ernstiger vorm en voor een langere tijd. Juist daarom is het zo belangrijk om per patiënt te bepalen welke behandelvorm het beste past.” 

 

Interventiecardioloog Martijn Meuwissen spreekt de zaal toe