Terugblik themabijeenkomst vuurwerkletsel

Het eind van het jaar nadert en dat betekent voor veel vuurwerkliefhebbers het afsteken van vuurwerk. Dat vuurwerk kan leiden tot ernstig letsel is evident, zo blijkt uit de cijfers. Reden voor NAZB om de laatste themabijeenkomst van het jaar te houden over het onderwerp ‘Vuurwerkletsel’.
Terugblik themabijeenkomst vuurwerkletsel

De bijeenkomst vond 11 december plaats in het ETZ in Tilburg. Ruim 150 deelnemers waren aanwezig om meer te weten te komen over dit thema.

 

Casus

De thema-avond start met een casus van een vijftienjarige jongen met vuurwerkletsel. Ambulanceverpleegkundige Karlijn Hovers is ter plaatse en treft de jongen aan met twee politieagenten die de armen van de jongen omhoog houden, omwind met doeken om het bloeden te stelpen. Al snel ziet ze de ernst van het letsel; een gezicht vol roet en veel schade aan beide handen. Ook klaagt de jongen over oorsuizen. Hij wordt per ambulance naar het level 1 traumacentrum in Tilburg gebracht. Karlijn: “Er gebeuren dan veel dingen tegelijkertijd. De jongen was bij kennis, ik stond paraat voor als de situatie zou verergeren. Ook probeerde ik hem gerust te stellen. Hij was erg in paniek en dacht meteen na over de gevolgen van het trauma voor zijn toekomst.”

 

De jongen wordt opgevangen in het traumacentrum. Daar wordt de ABCDE-methodiek toegepast om te bepalen wat eerst noodzakelijk is om te behandelen. Snel wordt duidelijk dat het handletsel de prioriteit heeft. Gezien de ernst van het letsel wordt met de dienstdoende plastisch chirurg besloten de jongen over te plaatsen naar een academisch centrum.

 

Vuurwerk en oogletsel

In een volgende presentatie licht oogarts Floor Tukkers toe welke ravage vuurwerk kan aanrichten aan de ogen en maakt dat visueel met diverse medische afbeeldingen. Afgelopen jaarwisseling waren er 2218 mensen met oogletsel. 35 procent van hen hield permanente oogschade eraan over. De helft van de slachtoffers is omstander. Floor: “Als je iemand treft met oogletsel, regel voldoende pijnstilling en spoel het oog goed. Plak dan als het kan een kapje over het oog en zorg dat het slachtoffer niet aan zijn oog gaat zitten.”

 

Brandwondencentrum

Traumachirurg Kees van der Vlies van Brandwondencentrum Maasstad Ziekenhuis vertelt aan de hand van casuïstiek over de behandeling van brandwonden en laat daarbij beeldend zien welke expertise een Brandwondencentrum in huis heeft. “Bij een diepe brandwond zijn er altijd ernstige cosmetische problemen. Met de nieuwste technieken willen wij de littekens zo goed mogelijk laten herstellen met zoveel mogelijk functiebehoud. In het Brandwondencentrum werken gespecialiseerde verpleegkundigen en artsen. En niet te vergeten: een psychologisch team wegens de psychische impact die brandwonden hebben op het leven van de slachtoffers.”

 

Cijfers

Roos Havermans, arts-onderzoeker bij NAZB, en Daan van Yperen, arts-onderzoeker bij Brandwondencentrum Maasstad Ziekenhuis, lichten in hun praatjes cijfers toe over vuurwerkletsel.

 

Roos maakt een vergelijking tussen de Huisartsenpost (HAP) en spoedeisende hulp (SEH). Ze put daarbij uit cijfers van Veiligheid.nl over de jaarwisseling 2018-2019 en cijfers van Stichting Huisartsenposten Midden-Brabant. Daaruit blijkt dat het aantal vuurwerkslachtoffers op de SEH’s daalt, maar op de HAP’s lijkt toe te nemen. Het overgrote deel was omstander of voorbijganger. Op de HAP’s komen meer patiënten met brandwonden en oogletsel terecht, in tegenstelling tot op de SEH, waar slachtoffers met botbreuken en amputaties worden binnengebracht. 11 procent van de HAP-bezoekers had (ook) gehoorschade, relatief veel meer dan op de SEH-afdeling.

 

Daan bestudeerde al het vuurwerkletsel ontstaan in de maanden rondom de jaarwisseling 2017- 2018 in de regio Zuidwest-Nederland. Hij bracht alle patiënten (N=54) uit deze regio in kaart die vanwege vuurwerkletsel werden behandeld in het ziekenhuis. Daan volgde deze patiënten tot één jaar na het ongeval om ook de langetermijneffecten in beeld te brengen. “Brandwonden zijn het meest voorkomende trauma door vuurwerk, gevolgd door oog- en handletsel. De ‘jonge jochies’ lopen het meeste risico. Voor het merendeel blijft het letsel beperkt en zonder significante restverschijnselen, maar een minderheid loopt ernstige verbrandingen, blinde ogen of amputaties op, met operaties en restverschijnselen tot gevolg. Op de lange termijn ervaart slechts een enkeling klachten. Kinderen houden in tegenstelling tot volwassenen langer psychische klachten.”