Ketenpartner in de lucht: het Mobiel Medisch Team

Het MMT is 24 uur per dag, 7 dagen in de week inzetbaar als aanvulling op de ambulancezorg en overige hulpverleningsdiensten en werkt vanuit een van de elf traumacentra in Nederland. Van deze elf traumacentra hebben vier traumacentra een traumahelikopter (Lifeliner). In Brabant vliegen de Lifeliner 2 (Erasmus MC) en Lifeliner 3 (Radboudumc). De helikopter wordt primair gebruikt voor het transport van personeel; patiënten worden alleen per heli vervoerd als dat een duidelijke tijdswinst oplevert ten opzichte van vervoer over de weg, bijvoorbeeld als een slachtoffer zich bevindt op een plek waar een ambulance niet kan komen.

Team

Een MMT bestaat uit drie personen, inzetbaar om acuut medische zorg te verlenen. Het team bestaat uit een trauma-arts (anesthesioloog, intensivist of traumachirurg), piloot en verpleegkundige. De arts is, naast de opleiding tot specialist, getraind om medisch specialistische hulp te verlenen buiten het ziekenhuis in sterk uiteenlopende omstandigheden. Daardoor hoeven meer uitgebreide behandelingen, zoals die alleen in een ziekenhuis gegeven kunnen worden, niet pas in het ziekenhuis gestart te worden.

“Samen kunnen we ontzettend veel”

Ruben van der Crabben, MMT-arts Lifeliner 2

“Als MMT-arts help ik mensen in levensbedreigende situaties, van een gecompliceerde bevalling tot verstikkingsgevaar. Snel schakelen en een goede samenwerking met de ambulancedienst is dan essentieel. Samen kunnen we ontzettend veel. Meestal ga ik mee naar het ziekenhuis. Als ik daar iets kan bijdragen om de patiënt de beste zorg te bieden, doe ik dat graag. Soms vraagt het ziekenhuispersoneel me om te helpen. Fijn, want dan verloopt de overdracht efficiënt en kan ik mijn patiënt beter loslaten. In het ETZ in Tilburg is er een goede traumaopvang. Ik kom er graag.”

“Situatieschets in Brabant erg helder”

Maaike van Eeden, verpleegkundige Lifeliner 2

“Als verpleegkundige op de traumahelikopter ondersteun ik de piloot en de arts. Bij een melding kijk ik samen met de piloot of de weersomstandigheden voldoen aan de limieten. We doen de checks en ik navigeer naar het incident. Eenmaal aangekomen is een van mijn verantwoordelijkheden dat mensen op veilige afstand blijven. Als de rotorbladen stilstaan, assisteer ik de arts. Mijn ervaringen met de ambulancediensten in Brabant zijn goed; ik ben onder de indruk van de informatie die wij teruggekoppeld krijgen tijdens onze rit naar de ongevalslocatie. De situatie ter plaatse is ons vooraf al heel helder. Wij zijn als Mobiel Medisch Team aanvullend op het werk van de ambulance. De kracht zit in de samenwerking zodat we de acute patiënt nog beter kunnen helpen.”

 “Lijntjes met collega’s in Brabant zijn kort”

Nico Hoogerwerf, MMT-arts Lifeliner 3

“Het onverwachte. Dat spreekt mij aan het werk als MMT-arts. Hoewel ik deze baan al twintig jaar uitvoer, kom ik nog steeds in aanraking met situaties die nieuw zijn voor mij. Na elke inzet evalueren we over wat we aantroffen, hoe de eerste opvang ging en of de communicatie goed is verlopen. We zijn met een klein team en vangen elkaar op bij heftige gebeurtenissen. In Brabant komen we regelmatig. De samenwerking met zowel de ambulance als de traumaopvang in Tilburg verloopt heel goed. De zorg is van een zeer hoog niveau. We weten onze Brabantse collega’s goed te vinden, de lijntjes zijn kort.”

“We vangen als klein team elkaar goed op”

Chris Brink, verpleegkundige Lifeliner 3

“Ik ben in de helikopter verantwoordelijk voor de navigatie en ondersteun de piloot. Ik monitor of we op koers liggen, de (daal/klim) snelheden en eventuele storingen. Aanbeland bij de ongevalslocatie zorgen de arts en ik samen voor de patiënt. Bij meerdere slachtoffers werken we soms individueel. Ik ben bevoegd om voorbehouden handelingen uit te voeren volgens het Landelijk Protocol Ambulancezorg, aangevuld met een aantal handelingen die ik in opdracht van de MMT-arts zou kunnen doen. Het is een mooie baan die mij veel voldoening geeft, maar we maken dagelijks zeer heftige situaties mee. We zijn met een klein team en vangen elkaar dan goed op.”